De familie Stoppendaal

De ingang voor de persoonskaarten

©Nelly van der Hoeven

|A |B |C |D |E |F |G |H |I |J |K |L |M |N |O |P |Q |R |S |T |U |V |W |X |Y |Z |-- |

Wijnand I van Arnhem

GeslachtMan
Leeftijd± 73 jaar
 
Geboren± 1360
Overleden30-4-1433
Begraven3-5-1433teVelp
naar grafiek voorouders  
Vader Gerard van Arnhem
 Geboren 1330
 Overleden 29-5-1391
Moeder Jutta
 Geboren 1334
 Overleden ?-4-1382
 
Huwelijk ± 1375
 
metAdelheid van Groothuyse
 Geboren± 1360
 Overleden1380
 
Huwelijk ± 1385
 
metElisabeth van Assendelft
 Geboren1360
Kind  Gerard
 
Notities persoonWijnand stelde in 1392 grond ter beschikking voor het stichten van een klooster. Deze grond lag in het hogered eel van het dal van de beek, genaamd Slijpbeek (Sliepbeek), Klingelbeek (‘cling'= heuvel) of Mariëndaalbeek, dicht bij de bron (sprengkop). Het klooster werd geinspireerd door de locatie "Domus Fontis Beatae Maria" genoemd.

Wijnand I had van de Gelderse Hertog Willem van Gulik en de bisschop van Utrecht, Floris van Wevelinchoven, toestemming gekregen om dit klooster te vormen naar het voorbeeld van het beroemde klooster te Windesheim, even ten zuiden van Zwolle., waar Geert Grote en zijn volgelingen volgens de regels van de ‘Augustijner orde der Reguliere kanunniken' leefden. Eén van die volgelingen, de Arnhemse burger Arent van Gruythuijzen, ondersteunde Wijnand van Arnhem bij de stichting van het nieuwe Augustijnerklooster bij Arnhem. Enkele geestelijken, waaronder Meester Floris Radewijns, Willem van Gronde en Jan van Brinkrink, kwamen uit Windesheim over om voor de inrichting van het klooster te zorgen.
De bouwmeesters waren Hendrik Wildo uit ’s-Hertogenbosch en Hendrik Wilsen uit Kampen. De eerste rector van het klooster was Johannes van Kempen, de broer van de beroemde Thomas à Kempis. De eerste prior (bestuurder) was Arnold van Kalkar.
Het klooster maakte een geheel uit met het klooster te Windesheim en werd “de oudste dochter van Windesheim" genoemd. De kleding van de kloosterlingen bestond uit een wit overkleed met daarboven een zwarte kap. De bewoners van het klooster hielden zich vooral bezig met landbouw en wetenschap. Beroemd was de schrijf- en boekenzaal, het scriptorium, van het klooster. Het klooster had een eigen kerkhof. Daar werd o.a. Mechteld van Gelre (overleden 1381) begraven.

bron: o.a. genealogieonline: West-europese adel