De familie Stoppendaal

De ingang voor de persoonskaarten

©Nelly van der Hoeven

|A |B |C |D |E |F |G |H |I |J |K |L |M |N |O |P |Q |R |S |T |U |V |W |X |Y |Z |-- |

Joachim Plate

wapen-joachim-plate.jpg Familiewapen van de familie Plate
GeslachtMan
Leeftijd70 of 71 jaar
 
Geboren10-4-1647teLüchow, Dannenberg
Overleden1718teLüchow
naar grafiek voorouders  
Vader Hans Ernst von Plate
 Geboren 6-10-1608
 Overleden 15-3-1653
 
Huwelijk 20-11-1678
 
metCatherina Kayser
 Geboren± 1650
 Overleden> 4-2-1688
 
NotitiesJoachim en Catherine hebben tenminste vijf kinderen gekregen,
  • Hendrik Richard Plate (17 sept. 1679). Hendrik is jong overleden.
  • Anthon Ernst Plate (6 sept. 1680). Bij zijn doop was Parum Valentin von Plate, de vermeende halfbroer van Joachim, getuige. Anthon is in keizerlijke dienst vermist.
  • Sopia Ursula Plate (13 nov. 1682)
  • Johann Heinrich/Jan Hendrik Plaat (6 aug. 1685 - ovl. 22 okt 1751), gehuwd (1) op 22 oktober 1712 met Bastiana van Doelen (15 april 1685 te Rotterdam - 25 sept. 1720), (2) op 13 november 1723 te Leiden met Anna Catharina Wolters en (3) in 1745 te Diemen met Jacoba de Rijk. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij 5 kinderen gekregen, waarvan volgens de aantekeningen van zijn achterneef Friedrich Ludwig Heinrich Plate slechts één volwassen is geworden. Zijn vrouw Bastiana is in het kraambed overleden.
    • Maria Elisabeth Plaat (1 okt 1713 - 21 okt 1713)
    • Johanna Maria Plaat (5 april 1715 - 1716)
    • Jan Hendrik Plaat (14 nov. 1716 te Leiden), gehuwd (1) op 19 november 1741 te Wilsveen met Margaretha van Steenvoorden (28 nov. 1722 te Leiden - 14 mei 1776 te Beverwijk), dochter van de Leidse herbergier Claas van Steenvoorden en (2) ca. 1788 te Scharmbeck met een freule van Sandbeck. Uit zijn eerste huwelijk heeft hij 7 kinderen gekregen,
      • Bastiaan Plaat (29 mei 1743 te Koudekerken - 3 aug. 1743 te Egmond op den Hoef)
      • Maria Plaat (1 okt. 1744 te Egmond op den Hoef - 17 mei 1819 te Coevorden), gehuwd (1) op 27 maart 1768 met Jan van Steijn (ovl. 11 sept. 1768), (2) op 3 november 1776 met Ant. van Putten (ovl. 9 okt. 1779) en (3) op 4 november 1781 met Andreas Phijffers.
        Maria heeft uit heer eerste huwelijk tenminste 2 kinderen gekregen,
        • Gerrit van Steijn (5 maart 1769 te Amsterdam), gehuwd op 13 oktober 1797 met zijn nicht Geertruida Plaat, dochter zijn moeders broer Jan Plaat. Zij hebben 8 kinderen gekregen.
          Gerrit is in 1787 militair in Hollandse, patriotische dienst geworden, om een jaar later i.v.m met de restauratie van het Oranje regime met behulp van de Pruisische inval, naar Bethune in Frans Vlaanderen te vluchten. Na zijn terugkeer is hij in 1794 Heer van het dorp Hensbroek geworden. Hij noemde zich daarom ook wel Steijn van Hensbroek. In 1800 werd hij amanuensis van het college van Schepenen te 's Gravenhage en geheimschrijver van de Advocaat Fiscaal van het hof van Holland en Zeeland. Later was hij notaris in Zeist en Soest.
        • Paschina Johanna Margaretha van Steijn (17 okt. 1773 te Amsterdam - 10-3-1855 te Coevorden), gehuwd (1) op 17 november 1790 met Egbert Hendrik Siborgh, luitenant ter zee, daarna capitein bij de infanterie en convooij-meester et Coevorden, en (2) in 1821 met David Schneider. Christoffel Siborgh, de broer van Paschina's eerste echtgenoot Egbert Hendrik Siborgh, was gehuwd met Paschina's halfzuster Maria Petronella van Putten.
        Ook uit haar tweede huwelijk heeft Maria tenminste 2 kinderen gekregen,
        • Maria van Putten (15 mei 1777 te Beverwijk - 6 okt 1778)
        • Maria Petronellla van Putten (29 sept. 1779 te Beverwijk - 29 maart 1813), gehuwd op 4 september 1798 met Christoffel Bernardus Siborgh, capitein in 's lands dienst. Christoffel was de weduwenaar van Maria's volle nicht Margaretha Plaat, dochter van Jan Plaat. Christoffel's broer Egbert Hendrik was gehuwd met Pascina van Steijn, de halfzuster van Maria. Maria en Chistoffel hebben 6 kinderen gekregen.
        Haar vader Jan Hendrik heeft op 13 september 1781 een testament opgemaakt. Daaruit blijkt dat hij niet gelukkig was met Maria's verloofde Andreas Phijffers, met wie zij 2 maanden later zou gaan trouwen. Dit was onder andere omdat Andreas Rooms Katholiek was. Verder was er ook in het verleden blijkbaar nogal wat wrevel tussen vader en dochter geweest. Maria's aandeel in de erfenis wordt beperkt tot haar legitieme portie, en zij mag zich nergens mee bemoeien en niet maar het sterfhuis van haar vader gaan. Haar huwelijk met Andreas is in 1799 geëindigd doordat hij haar in stilte heeft verlaten.
      • Jan Plaat (13 april 1749, Egmond aan den Hoef - 18 feb. 1804), gehuwd (1) op 5 april 1772 te Rotterdam met Cornelia Geertruida de Hees (26 juli 1755 te Rotterdam - 1 feb. 1790) en (2) op 26 juli 1790 te Rotterdam met Antoinette Coomans (5 april 1759 te Rotterdam).
        Uit zijn eerste huwelijk heeft Jan tenminste 7 kinderen gekregen,
        • Margaretha Plaat (12 feb. 1773 te Amsterdam), gehuwd (1) op 12 juni 1791 te Rotterdam met Nicolaas Donkersloot (ovl. 16 nov. 1798) en (2) in november 1809 met Johannes Holsteijn (ovl. 23 aug. 1814) en (3) op 31 oktober 1817 te Hardenberg met Christoffel Bernardus Siborgh.
          Margaretha is wettelijk gescheiden van haar eerste echtgenoot. Deze wordt door Friedrich Ludwig Heinrich Plate beschreven als zeer slecht en bij zijn overlijden staat aangetekend overledene was vreemd.
          Margaretha's derde echtgenoot, Christoffel Bernardus Siborgh, is na haar overlijden hertrouwd met haar nichtje Maria Petronella van Putten, dochter van haar vaders zuster Maria Plaat.
          Margaretha heeft geen kinderen gekregen.
        • Geertruida Plaat (22 jan. 1775 te Delft - mei 1846), gehuwd op 13 oktober 1797 met haar neef Gerrit van Steijn, zoon van haar vaders zuster Maria Plaat.
        • Jan Steenvoorden Plaat (30 jan. 1777 te Rijswijk - 24 sept. 1778 te Deventer)
        • Paulus Jan Plaat (20 okt 1778 te Deventer). Paulus Jan is op jonge leeftijd in Batavia overleden.
        • Bastiana Cornelia Plaat (29 sept. 1780 te Deventer), gehuwd op 21 april 1805 te Rotterdam met Didericus Bernardus Paats, koopman te Rotterdam. Zij hebben tenminste 7 kinderen gekregen.
        • Cornelia Maria Plaat (Rotterdam: 13 mei 1783 - 23 dec. 1786)
        • Cornelia Maria Plaat (Rotterdam: 13 sept. 1789 - 11 mei 1826), gehuwd op 5 november 1810 te Rotterdam met Jan Uijtmans, kantoorbediende te Rotterdam. Zij hebben tenminste 4 kinderen gekregen.
        Uit zijn tweede huwelijk heeft Jan tenminste 2 kinderen gekregen,
        • Jan Nicolaas Plaat (Rotterdam: 29 juli 1791 - 24 maart 1793)
        • Antonetta Johanna Plaat (22 juli 1792 te Rotterdam - 14 mei 1852 te Haarlem), gehuwd op 24 mei 1820 met Hendrik Hessing, kantoorbediende in Rotterdam.

        Jan Plaat was substituut schout in Rotterdam. Hij heeft in in 1786 contact gezocht met de weduwe van zijn in juli 1784 overleden achterneef Johann Friedrich Plate. Hij heeft haar aangeboden om een van haar kinderen bij hem in huis kost en inwoning te geven en te helpen bij het vinden van een betrekking. Mede omdat de weduwe Christina Floto vrij behoeftig was na het vroegtijdig overlijden van haar man, werd dit aanbod graag aangenomen, en is Friedrich Ludwig Heinrich (Frederic Lodewijk Hendrik) in 1786 naar Rotterdam gegaan en bij zijn achterneef ingetrokken.
      • Cornelis Plaat (Beverwijk: 19 april 1751 - 3 aug. 1751)
      • Bastiana Plaat (Beverwijk: 12 sept. 1754 - 15 maart 1763)
      • Nicolaas Plaat (Beverwijk: 6 juni 1757 - 26 maart 1762)
      • Anna Bastiana Plaat (14 jan. 1764 te Beverwijk - 6 mei 1784 te Amsterdam), gehuwd in 1782 met Johannes Bus, koopman. Zij hebben één dochter gekregen, Maria Margaretha Bus (sept 1783)
      In 1741 was Jan Hendrik deurwaarder in Leiden. In 1745 was hij schout en dijkgraaf van Egmond, en tevens kastelein. Omstreeks 1750 is hij naar Beverwijk verhuisd waar hij woonde op huize Bunschoten en hospes was in "de plaats Roijaal". In 1785 was hij Baljuw van de heerlijkheid Marquette nabij Heemskerk.
      In 1786 is hij, al op hoge leeftijd, naar Duitsland gegaan om kennis te maken met de Duitse tak van zijn familie. Op de terugweg naar Rotterdam is zijn 19-jarige achterneef Friedrich Ludwig Heinrich Plate met hem meegereisd. Deze neef was uitnodigd door Jan, de zoon van Jan Hendrik, om bij hem te komen wonen.
      Een paar jaar later, in 1788 of 1789, is hij verhuisd naar het Duitse Scharmbeck, waar een andere achterneef, Christian Plate, een oom van Friedrich Ludwig Heinrich, predikant was. Jan Hendrik is daar hertrouwd met zijn tweede vrouw, Freule van Sandbeck.

    • Johanna Catharina Plate (doop 13 mei 1719 te Leiden). Bij deze doop was Jan Hendriks broer Jürgen Frederik Plate getuige.
    • Jurgen Frederik Plaat (doop 22 sept. 1720 te Leiden)
    en uit zijn tweede huwelijk heeft Johann Heinrich/Jan Hendrijk tenminste 2 kinderen gekregen,
    • Anna Geertruij Plaat (doop 16 jan. 1724 te Leiden)
    • Dirk Frederik Plaat (doop 1 maart 1726 te Leiden). Bij deze doop was Jan Hendriks broer Jürgen Frederik getuige.

    Johann was verhuisd naar Holland en heeft daar zijn naam vernederlandst van Plate naar Plaat. In Leiden woonde Johann/Jan aan de Hogewoerd en was daar turftonder1 en kroegbaas.
    Zijn tweede huwelijk is volgens een akte van 2 september 1729 ontbonden, omdat zijn tweede vrouw, Anna Catharina Wolters, een dochter was van een zuster van zijn eerste vrouw, Bastiana van Doelen. Dit was blijkbaar indertijd verboden. Johann/Jan werd tevens veroordeeld tot 12 jaar verbanning uit Holland en West-Friesland.
    Zijn derde vrouw, Jacoba, kwam uit Diemen. Volgens de aantekeningen van zijn achterneef was hij koopman in die plaats.

  • Jürgen (George) Friedrich Plate
  1. Een turftonder is iemand die bij het lossen van turfschepen de turf in tonnen van een bepaalde maat afmeet.
Kind  Jürgen Friedrich
 
Notities persoonJoachim was fürstlicher Mundkoch1 bij de weduwe van hertog August von Braunschweig-Wolfenbüttel. Later werd hij vermeld als slager-kok. Hij dreef handel in Lüchow. Dolf Maarten Plate heeft in 1989 verondersteld dat Joachim een bastaard zoon was van Hans Ernst von Plate2. Hiervoor had hij drie argumenten: (1) Joachim had de eervolle betrekking van Mundkock; (2) Parum von Plate, een wettige zoon van Hans Ernst von Plate, was getuige bij de doop van Joachims's zoon Ernst Anthon; en (3) het familiewapen3 van de Plates vertoond gelijkenis met het wapen van von Plate.
  1. Fürstlicher Mundkoch (lijfkok) is een kok die aan een hof de maaltijden bereid die gegeten worden door de personen van de vorstelijke familie.
  2. Typoscript van Dolf Maarten Plate van 1 feb. 1989 in huisarchief Plate/
  3. Joachims zoon Jürgen Friederich had een stempel met dit wapen. Ook een kleinzoon van Joachims zoon Johann Heinrich/Jan Hendrik gebruikte dit wapen.